Blue Learning Zones (deel 2)
In het vorige blog heb geschreven over ‘time tellers’ en ‘clock builders’ (Collins) en over het duurzaam veranderen vanuit ‘care for all’ (Cavagnaro). Nu wil ik een start maken met wat we van anderen kunnen leren, en specifieker van de zogenaamde ‘Blue Zones’
Op vijf plekken leven mensen langer en gezonder dan ergens anders op de wereld. Deze plekken noemt men de ‘Blue Zones’. Mensen die in één van deze plaatsen wonen, worden gemiddeld 90 of zelfs 100 jaar, in goede gezondheid, zonder medicijnen of invaliditeit. De vijf blauwe zones zijn: Sardinië (Italie), Okinawa (Japan), Loma Linda (Californië), Nicoya (Costa Rica), Ikaria (Griekenland). Terugkerende negen factoren zijn daarbij:
- Ken je doel: weet waarvoor je ’s ochtends wakker wilt worden.
- Beweeg natuurlijk: leef in een omgeving dat stimuleert om te bewegen zonder er bij na te denken;
- Zo min mogelijk stress: neem dagelijks tijd voor ontspanning;
- De 80%-regel: verlaag je calorie-inname met 20%;
- Plantaardig voedsel: zelf verbouwen, vooral bonen horen bij de dagelijkse voeding van de meeste honderdjarigen;
- Wijn: je mag drinken, maar met mate tijdens het eten of gezellig samenzijn met vrienden;
- Gelijkgestemden: behoren tot een groep waarmee regelmatig wordt samengekomen, heeft een positieve invloed op de gezondheid;
- Familie: stel familie en geliefden op de eerste plaats;
- Vriendenkring: goede vriendenkring en voldoende sociale contacten.
Zeven principes van ‘Blue Learning Zones’
De bovenstaande negen factoren van de Blue Zones herzie ik naar zeven, daarbij maak ik koppelingen van een aantal factoren. Ook ga ik deze zeven factoren proberen te vertalen naar enkele modellen en leerprincipes welke ik de laatste tijd als trainer-adviseur bij onderwijsteams toepas.
- Ken je doel: het veranderen naar een duurzame samenleving
De vorige keer heb ik gepleit voor een verschuiving van care for me (economische waarde) naar care for all (effectieve bescherming van het mens, dier en milieu). Dit betekent vanuit het onderwijs dat je niet alleen aan belangrijke kennisverwerving (curriculum) en vaardigheden doet, maar met name ook de attitude aanspreekt om essentiële veranderingen door te kunnen voeren.

Het mobiliseren van de wil wordt goed zichtbaar in de bovenstaande ‘Learning River’ (Claxton en Carlzon, 2018). Het verbinden van de bovenste twee stromingen, welke ‘van nature’ veel te zien zijn tijdens onderwijsactiviteiten, met de tragere attitude onderstroom, betekent dat je binnen het onderwijs nieuwsgierigheid, onderzoekende, reflectieve, creërende en samenwerkende houding op allerlei manieren meer waardeert. Strategieën die daarbij kunnen helpen, probeer je te modellen en toe te passen in het dagelijkse lesgeven. Leerlingen kunnen op deze manier de leerstrategieen zich eigen maken.
Dit vraagt iets van leraren in de manier van begeleiden/coachen; hoe zorg je ervoor dat deze attitudes bij het ontwerpen van lessen en activiteiten, worden gekoppeld aan de inhoud van het curriculum en dat ze daardoor ook getraind kunnen worden? Deze koppeling tussen inhoud en proces wordt ‘split screen lesson’ genoemd.
Het vraagt ook van schoolleiders dat ze modelgedrag laten zien, waarbij dezelfde nieuwsgierige, vindingrijke, reflectieve en sociale attitudes in horizontale verbinding met de professionals op de werkvloer naar voren komt.
Het begeleiden van veranderingen komt in de kern neer op het mobiliseren van de wil; mensen willen wel veranderen, maar willen niet veranderd worden. Om attitude veranderingen te krijgen richting duurzamere samenleving, is urgentiebesef daarbij essentieel! In deze hectische tijd met klimaatsveranderingen en (post)corona tijd, mag ik hopen dat die er nu voldoende is. Annemarie Mars (Hoe krijg ik ze mee, 2008) heeft het over duwende en trekkende krachten. Er moet naast urgentie, ook ambitie zijn om gezamenlijk ergens te komen. Het communiceren met een ieder die een inbreng kan leveren en waarbij medewerkers worden gestimuleerd om mee te denken, kan de nodige weerstanden weghalen en daardoor een drijvende kracht zijn.
2. Beweging

Vanuit de Blue Zones wordt aangegeven dat mensen zich in een omgeving begeven, waarbij natuurlijk bewegen wordt gestimuleerd. Hoe kunnen we onze leeromgevingen zo transformeren dat dit niet meer voortkomt uit de ‘wasstraat gedachte’ (iedereen door het zelfde jaarklassensysteem met min of meer dezelfde programma’s, in dezelfde weinig uitdagende omgeving) maar meer vanuit letterlijk en figuurlijk bewegen. Inspirerende fysieke leeromgevingen worden bij verschillende bedrijven en scholen reeds ingezet. Hierboven een voorbeeld van de zogenaamde Vittra scholen in Zweden.

We kunnen ook leren van de Deense landschapsarchitect Carl Theodor Sorensen, die na de Tweede Wereldoorlog een uitdagende Emdrup Junk Playground ontwierp. Deze hebben in veel andere landen navolging gekregen. Er liggen interessante pedagogische gedachten onder, zoals ‘controled risk’! (zie video)
https://www.youtube.com/watch?v=lztEnBFN5zU
Als we dus van de Blue Zones weten dat bewegen goed is, kennen we sport en spel, dans, drama, excursies e.d. een grotere status toe binnen de ‘Blue Learning Zones’.
In het volgende blog zal ik ingaan op andere interessante factoren van de Blue zones.
27 mei 2020
Anton de Vries
- Blue zones, Dan Buettner, 2015
- Built to Last: Successful Habits of Visionary Companies , Jim Collins and Jerry I. Porras.
- Hoe krijg ik ze mee, Annemarie Mars (2008)
- Powering up pupils, Claxton en Carlzon (2019)
- The Three Levels of Sustainability, Cavagnaro and Curiel, 2012
You may also like
Schoolleiders; organiseer een ‘white space’ voor je team
- by
- in Blog