Vorige week stond er in de Volkskrant een aardig artikel van gymleraar Martijn Sijtsma. Hij keek anders naar zijn leerling Max die door zijn lichaamsbouw het lastig had met gym, maar wel een uitstekende attitude toonde. Hoe ga je dan beoordelen? Erken je de ongelijkheid en kijk je ook naar zijn leerhouding, of blijf je vasthouden aan het systeem en de bijbehorende prestatienorm en volgt er een onvoldoende?
Wel gelijkwaardig, niet gelijk
Een bijna filosofisch vraag zou kunnen zijn of we allemaal gelijk zijn of misschien gelijkwaardig? Het traditionele gelijkheidsdenken wordt gekenmerkt door een niet alleen ‘gelijk zijn’ in rechten, maar ook in mogelijkheden; rechten op kansen in onderwijs en werk en alle overige terreinen van het economische en maatschappelijke leven. In de afgelopen eeuwen is het geloof in ‘absolute gelijkheid’ geleidelijk aan afgenomen en heeft plaats gemaakt voor relatieve gelijkheid: mensen zijn niet zozeer gelijk als wel gelijkwaardig. Daarmee wordt erkend dat mensen, door hun geboorte en erfelijke aanleg wel degelijk verschillend zijn, maar dat deze verschillen niet mogen leiden tot ongelijkwaardigheid: het menselijk leven is – ongeacht geboorte, afkomst of status – even veel waard.
Je eigen team
Stel je analyseert jouw eigen team waar je werkt; wie zitten er in, met welke achtergronden, opleiding, attitude, ervaring, talenten/kwaliteiten enz.? De kans is groot dat je tot conclusie komt dat wat ogenschijnlijk een vrij homogeen team lijkt, toch nogal wat verschillend is. De vraag rijst dan of en hoe deze verschillen worden benut? Kan een ieder zijn/haar ‘ongelijkheid’ tonen en wordt dat gezien en gefaciliteerd door je manager of schoolleider? Wordt een ieder het podium gegund en voelt een ieder zich ook vrij om het podium te pakken? Hoe zorg je ervoor dat individuele groei ook weer ten goede komt aan het gezamenlijk doel of droom van je bedrijf of school?
Je eigen klas
Terug naar leraar Martijn Sijtsma; hij nam vanuit zijn professionaliteit het initiatief om anders te gaan beoordelen. Het ging er niet meer om zo hard mogelijk te lopen, maar om twee maal constant te doen; hoe dichter de tijden van de twee uitvoeringen bij elkaar lagen, hoe hoger het cijfer. Concurrentie ten opzichte van elkaar was hierdoor weggehaald. Het bijeffect was dan ook dat medeleerlingen Max gingen aanmoedigen; het resultaat was voor Max op meerdere vlakken uitstekend (hele artikel onderaan deze blog).
Hoe dan verder?
Een lerende school creëren waarbij je echte veranderingen in de cultuur kan krijgen, is niet vanzelfsprekend. Een voorbeeld zou kunnen zijn om voortdurend te werken aan de ‘vijf disciplines’ zoals Peter Senge heeft beschreven. Het is ontwikkelen op vijf punten op schoolniveau: het bouwen aan een eigen gedragen visie, stimuleren van persoonlijk meesterschap, kijken naar de vaste gewoontes en opvattingen (mentale modellen), kijken naar samenhang (‘big picture’) en het creëren van een leergemeenschap, waarbij een ieder met en van elkaar leert.
Aanbevelingen
Organiseer reflectiemomenten waarbij je het volgende aan de orde kan laten komen:
- Waar worden we blij van? Welke elementen appelleren aan (kern)waarden van mezelf en van ons als team? Als leerlingen bij ons de school verlaten dan…..Zien we dit terug in onze visie? In ons curriculum?
- Benutten we elkaars ‘erkende verschillen’? Geven en nemen we het podium op elementen waar een ieder wil verschijnen? Doen we dit ook in onze klassen met onze leerlingen?
- Welke attitude aspecten willen we graag binnen ons team (passend bij een leergemeenschap) zien? Welke in mijn klas?
- Welke structuren/systemen belemmeren de uitkomsten van bovengenoemde reflecties? Wat is er vanuit mijn eigen leiderschap wel mogelijk? Wat vanuit het schoolleiderschap? Enz.
Tot slot
Moeten onze leerlingen/studenten/medewerkers dan niet gekwalificeerd zijn, het gaat toch niet alleen om attitude? Jazeker, als je morgen door een chirurg aan je knie wordt geopereerd, dan wil je wel dat hij een goede prestatie levert. Dat geldt ook voor leerlingen en studenten als zij hun leertrajecten afsluiten. De weg ernaar toe is hopelijk een vanuit de leermodus met de nodige kennis, vaardigheden en attitudes, waarbij er ruimte is voor ‘erkende ongelijkheid’, met optimale kansen op groei, op welk niveau dan ook.
Ik hoop dat er meer leraren als Martijn zullen zijn die de ruimte nemen om anders te kijken en te beoordelen; wel gelijkwaardig, maar niet gelijk.
Anton de Vries
12 maart 2021
- Powering Up Your Schoo,l The Learning Power Approach to school leadership, Calxton (2020)
- De professionele cultuur in onderwijsorganisaties, van Emst (2012)
- Gespreid leiderschap, Kessels (2016)
- De vijfde discipline, Senge (oorspronkelijk 1990)
- ‘Die ene leerling’, Martijn Sijtsma, artikel Volkskrant 6 maart 2020