Blue Learning Zones: ‘Wat als…….’ (deel 3, slot)
‘Wat als…….het collectieve geheugen van leraren was gewist; hoe zou het onderwijs er nu uit zien en hoe zouden we dan willen lesgeven?’ Deze ‘Wat als-Thinking Routine’ (Project Zero, Harvard) werd laatst geïntroduceerd in een teambijeenkomst. Het was verrassend wat voor creatieve ideeën er op tafel kwamen. Naar het nu; wat kunnen we na covid-19 leerlingen en studenten meegeven om hun leercapaciteiten en attitude zo te trainen, dat ze veerkrachtiger, vindingrijker, reflectiever en socialer worden? In de vorige blogs heb geschreven over ‘time tellers’ en ‘clock builders’, over het duurzaam veranderen vanuit ‘care for all’. In dit laatste blog wil ik vooruitkijken naar wat we anders kunnen doen.
Wat als……we de waarde van de zogenaamde ‘Blue Zones’ inzien en ons onderwijs en lesgeven durven te herzien?
Blue Zones
Op vijf plekken leven mensen langer en gezonder dan ergens anders op de wereld. Deze plekken noemt men de ‘Blue Zones’. Mensen die in één van deze plaatsen wonen, worden gemiddeld 90 of zelfs 100 jaar, in goede gezondheid, zonder medicijnen of invaliditeit. De vijf blauwe zones zijn: Sardinië (Italie), Okinawa (Japan), Loma Linda (Californië), Nicoya (Costa Rica), Ikaria (Griekenland). Terugkerende negen factoren zijn daarbij:
- Ken je doel: weet waarvoor je ‘s ochtends wakker wilt worden.
- Beweeg natuurlijk: leef in een omgeving dat stimuleert om te bewegen zonder er bij na te denken;
- Zo min mogelijk stress: neem dagelijks tijd voor ontspanning;
- De 80%-regel: verlaag je calorie-inname met 20%;
- Plantaardig voedsel: zelf verbouwen, vooral bonen horen bij de dagelijkse voeding van de meeste honderdjarigen;
- Wijn: je mag drinken, maar met mate tijdens het eten of gezellig samenzijn met vrienden;
- Gelijkgestemden: behoren tot een groep waarmee regelmatig wordt samengekomen, heeft een positieve invloed op de gezondheid;
- Familie: stel familie en geliefden op de eerste plaats;
- Vriendenkring: goede vriendenkring en voldoende sociale contacten.
Care for me
Bij de factoren van de Blue Zones worden elementen genoemd die te maken hebben met gezond eten en drinken. Meer plantaardig voedsel nemen i.p.v. van vlees en het drinken van een glas biologische wijn is niet verboden, maar er wordt aangeraden om dit gematigd te doen en vooral in gezelschap van vrienden of familie.
Care for me betekent ook minder stress ervaren; iets wat kenmerkend is bij de bewoners van de Blue Zones. Voor mij is care for me ook geloven in zelfeffectiviteit (Bandura, 1977); zelfeffectiviteit is het vertrouwen van een persoon in de eigen bekwaamheid om met succes invloed uit te oefenen op zijn of haar omgeving. Op deze manier wordt er zelfvertrouwen opgebouwd, iets wat weer kan helpen bij het verminderen van stress en je nieuwsgierig uit je comfortzone zone laat stappen.
Naast externe en intrinsieke motivatie, gaat het voor mij vooral om ‘autonome motivatie’; je bent geïnteresseerd en je vindt het belangrijk (Deci, E.L., & Ryan, R.M., 2000). Dit laatste kan weer helpen om nieuwe strategieen uit te proberen en te durven herzien (een van leerspieren binnen Buiding Learning Power).
Hoe hanteren wij deze aspecten in het onderwijs, in het lesgeven? Stimuleren wij de bijbehorende attitudes en gewoonten voldoende?
‘Wat als………..ik als leraar of directeur dit meer model?’
Care for me and you
De sociale component doet er toe. Vanuit de Blue Zones wordt duidelijk aangegeven dat het behoren tot een groep waarmee regelmatig wordt samengekomen, een positieve invloed heeft op de gezondheid; te denken valt hierbij natuurlijk je familie, partners en je vriendenkring.
Juist in deze corona tijd staat dit element onder druk. Hoe zorgen we voor ‘bonding’ bij de nieuwe groepen leerlingen en studenten die de scholen gaan binnenstromen? Kijk nog eens naar een deel van de documentaire ‘Japanse Levenslessen’, over de klas van meester Kanamori en laat je inspireren. “In alles spreekt Kanamori over verbinding – tussen leven en dood, tussen mensen onderling. Hij houdt, kortgezegd, alles heel.” (Luc Stevens)
https://www.youtube.com/watch?v=umOHxEy1qig
‘Wat als……….ik meer ruimte neem om dit belangrijk te maken in mijn klas, met mijn team?’
Care for all; een voorbeeld
Boyan Slat (geboren 1994) is voor mij een voorbeeld, een rolmodel, die laat zien wat een autonoom gemotiveerde jongeman allemaal kan betekenen. Als 16 jarige scholier maakte hij een profielwerkstuk over de plastic soep in de oceaan en nu is hij als 26 jarige jongeman een uitvinder, ondernemer en bestuursvoorzitter van de stichting The Ocean Clean Up. Hij heeft miljoenen bij elkaar weten te halen om machines te ontwikkelen, die de plastic soep uit de oceanen en riviermonden weet op te vangen en te recyclen.
Boyan heeft een sterke innerlijke drive om de wereld ‘wat mooier te kleuren’, beter achter te laten dan dat die nu is. Hij heeft vele tegenslagen moeten overwinnen; veel leercapaciteiten van Building Learning Power (Guy Claxton, 2002) moeten inzetten om te groeien. Hij modelt ons veerkracht, vindingrijkheid, reflectief vermogen en een attitude om het samen te doen.
‘Wat als……. ik meer care for all laat zien?’
En nu?
Om hardnekkige gewoonten te veranderen (denk bijvoorbeeld aan het stoppen met roken), weten we dat dit moeite kost en vaak een aantal maanden training vraagt, voordat een nieuwe gewoonte is ingeslepen. Het helpt als we de waarde ervan blijven inzien. Vanuit die waarde laag staat het creëren van een duurzamere samenleving voorop. Daarbij is een verantwoordelijke economische groei (care for me), rechtvaardige sociale vooruitgang (care for me and you) en effectieve bescherming van het milieu in balans met elkaar(care for all; uit ‘Three levels of sustainability’, Cavagnaro 2011). Voor mij (en vele anderen) is dat de richting waarop onze ‘learning journey’ zich zou moeten voortzetten.
Vakman en kunstenaar?
Tot slot een stukje uit een recent artikel van Biesta:
‘We kunnen dat ( het leraarschap als normatieve, onderwijspedagogische professional) benoemen als het vakmanschap van de leraar, maar misschien is kunstenaarschap nog wel een betere term. Net als musici, acteurs en dansers hebben leraren kennis, kunde en ervaring en hebben ze ideeën over waar het in hun kunstvorm om draait – ze werken, anders gezegd, met een oriëntatie. Maar of ze daarmee in deze concrete situatie, in deze klas, met deze leerlingen, op deze dag goed onderwijs kunnen creëren, staat altijd weer op het spel, net zoals dat het geval is bij muziek, toneel en dans. Dat vraagt namelijk niet alleen om kennis, kunde, ervaring en oriëntatie maar ook om inventiviteit: het scheppende vermogen om steeds weer opnieuw goed onderwijs te maken. En wat dat nog mooier en complexer maakt, is dat de leerling, anders dan bij de podiumkunsten, geen toeschouwer is, maar uitgedaagd en aangespoord wordt om deelnemer te zijn’. (Biesta, 2020)
‘Wat als…… ik een ‘clock builder’ durf te zijn i.p.v. een ‘time teller’?’ (Collins, zie blog deel 1)
Op weg naar ‘Blue Learning Zones!’
24 juli 2020
Anton de Vries
You may also like
Schoolleiders; organiseer een ‘white space’ voor je team
- by
- in Blog